Cler. Luik, I.L. 1336 (1336) Den Bosch Op 24 april 1336 droegen de erfgenamen van Henric Becker ten overstaan van Jan Gerits vander Bruggen aan de O.L.V.-broederschap een erfcijns over die door Henric in zijn testament aan deze instelling was nagelaten. Volgens een afschrift van de akte werd het testament op 10 mei 1336 voor dezelfde notaris verleden, wat niet juist kan zijn. Aangezien het in dit geval niet uitmaakt welke jaarstijl de notaris gebruikte en aangezien de eerste datum overeenkomt met de vermelde indictie moet de datum van het testament wel onjuist zijn afgeschreven. In zijn onderschrift vermeldt de notaris dat hij door de officiaal van Luik is gecommitteerd ("venerabilis viri domini officialis Curie Leodiensis commissarius"). Vermoedelijk hield deze commissie in dat hij van het testament van Henric Becker en alle daarmee samenhangende handelingen notariële akten mocht vervaardigen (vgl. nr.277). Het cijnsboek van de St.Jan uit 1503 verwijst verder nog naar een akte van dezelfde notaris waarbij door Arnt van Poeldonck een cijns uit twee kamers in de Orthenstraat en andere "legaten" in antiqua pecunia werden overgedragen ten behoeve van Arnts jaargetijde. Een mogelijke broer van de notaris, Peter, zoon van wijlen Gerit vander Brugghen, kocht op 12 oktober 1342 een erfcijns uit een erfgoed op het Hinthamereinde. 1) |
Noten | |
1. | Bijlage II 70.1, vgl. 131.1; APB, St.Jan II, cijnsregister van 1503, p.173; GAH, THG 258 (12 okt.1342), vgl. 858 (1 apr.1381), 934 (17 febr.1384), 966 (14 juli 1485), 1031 (6 febr.1389); Van Rooij, Het oud-archief, II 21 nr.66, 22-23 nr.70; Vgl. GAH, RA 1175, fo.46r (waarsch. 30 mei 1392). |